Kanchanaburi-Phitsanulok

Zaterdag 18 juli

Vandaag wordt het een lange dag, dus we staan om 5.30u op. Onze eindbestemming is Phitsanulok, maar we rijden eerst richting Ayutthaya, wat vroeger (in de 17e eeuw) de hoofdstad was.Onderweg zien we veel tempeltjes staan bij huizen, langs de weg, bij benzinepompen en restaurants. Michiel vertelt dat dit geen tempeltjes zijn, maar geesthuisjes. De Thaï geloven namelijk dat overal geesten zijn en door in hun geesthuisje wierook en fruit te offeren, hopen ze de geesten gunstig te stemmen.Dit heeft verder niets te maken met het Boedhisme.

Vanaf hier zien we ook veel rijstvelden. Thailand is de grootste rijstexporteur ter wereld en dat komt mede doordat in Centraal Thailand tot 3 keer per jaar een rijstveld geoogst kan worden. In andere landen die rijst verbouwen is de oogst één, of hooguit twee keer per jaar mogelijk. In de rijstvelden leven ook veel dieren: vissen, krabben, garnalen en ook veel vogels. We zien witte koereigers en grijze ooievaars.

De kleur van de rijstvelden hangt af van de fase van de groei: het begin is donkergroen en als de rijsthalmen goudgeel zijn, zijn ze rijp.

Als we er zo voorbij rijden lijken het net weilanden, maar die hebben ze hier niet dus weten we dat het rijst moet zijn. Het water zie je alleen goed als de rijststengels nog klein zijn.

We stoppen halverwege voor een bak koffie en de jongens krijgen een flinke beker ijsthee. Ondanks dat het niet erg zonnig is is het natuurlijk wel weer benauwend heet. Maar goed, we hoeven niet veel te doen dus is het ook wel uit te houden zo.

Als we aankomen in Ayutthaya, rijden we naar een grote tempelruïne waar het niet zo toeristisch is. Hier zien we een Prang, een Cambodjaanse bouwstijl. Er staat best nog wel wat overeind van de tempel. Veel Boedha's missen een hoofd of arm. Dit komt omdat tijdens de bezetting door Birma veel kostbaarheden gestolen zijn die in de holle Boedha's bewaard werden. Deze tempel staat op de lijst van Unesco werelderfgoed. In het regenseizoen staat deze tempel regelmatig onder water, vorig jaar zelfs 3 meter. Het is nog een beetje te zien aan het kleurverschil van de stenen.

Het blijft wel een beetje een hoop stenen bij elkaar, dus na een kwartiertje hebben we het wel gezien. Ik krijg trek en koop een tros banaantjes voor 40 baht. (1 euro)

We vervolgen onze weg naar de tweede tempel. Deze is ook nog als zodoende in gebruik. Dit is een Stupa, de bouwstijl van Sri Lanka. Er staan heel veel boedhabeelden en allemaal dragen ze een oranje sjerp. Het ziet er gezellig uit. We lopen ook de hoge trap op om binnenin de tempel in een put de voetafdruk van Boedha te bekijken. Maar helaas, het lampje brandt niet dus we zien niets....

Bij een souvenirwinkeltje scoort Kok nog even een zonnebril want die van hem heeft het begeven.

Daarna rijden we met de bus naar een leuk eethuisje, waar weer een buffet voor ons klaarstaat. Met rijst natuurlijk. We eten weer heerlijk en maken ons op voor het laatste stuk: 300km richting Phitsanulok.

Michiel vertelt onderweg het één en ander over het Boedhisme in Thailand.

In Thailand is 95% van de bevolking boedhistisch.Elke man moet 1 keer in zijn leven monnik geweest zijn. Dit is dan voor 3 maanden. Ze hebben 227 regels: hoe ze moeten lopen, eten, zitten, etc. Kinderen hebben 10 regels. In principe kiezen mannen er zelf voor wanneer ze monnik worden. Vaak is dit rond hun twintigste. Je doet het niet omdat je het zelf graag wilt, maar voor je ouders. Kinderen vanaf een jaar of tien heten Novice. Dit zijn kinderen die niet zelf kiezen om monnik te worden, maar vaak moeilijk opvoedbaar zijn en door hun ouders naar de tempel gestuurd worden.

De monniken die wij zien zijn "stadsmonniken". Deze dragen een oranje gewaad. Er zijn ook monniken in een bruin gewaad, deze leven in de jungle en lopen op blote voeten. Zij zijn radicaler in hun leefwijze.

Vrouwen kunnen ook de tempel in, maar het wordt van hen niet verwacht dat ze non worden. Als ze dat wel willen wordt hun hoofd, net als bij de monniken, kaal geschoren. Nonnen lopen in het wit.

Omdat een monnik geen geld mag hebben, komen zij aan hun eten door te bedelen. Dit doen zij op straat met een bedelkom, 's ochtends vroeg. Tot 12u mogen zij hiervan eten, daarna moeten ze vasten tot de volgende ochtend. De lokale bevolking geeft voedsel aan de monniken voor hun karma; als je goed doet, gaat het jou ook goed.

In Phitsanulok arriveren we rond half zes. We krijgen tot zeven uur de tijd dus pakken even een douche.

Hierna volgt het avondprogramma. We stappen in een fietstaxi (samlor), wat al een belevenis op zich is. Deze rijdt ons eerst langs de avondmarkt, waar we de act met de vliegende groente zien. Te absurd voor woorden, waardoor het grappig wordt. De kok gooit waterkers in een wok, waardoor een gigantische vuurbal ontstaat. Hierna wordt het eten naar de overkant van de straat gegooid, waar een ander het opvangt. Rick wil dit ook wel proberen en krijgt een schattig schortje voor en een kek rood hoedje op

Het lukt hem om de groente op te vangen en we mogen proeven. Lekker! Ik heb Rick beloofd de foto's niet op facebook te zetten...

Na dit tafereel fietsen we verder voor de volgende uitdaging: insecten proeven! Er wordt een bordje neergezet met allerlei lekkers: meelwormen, krekels, sprinkhanen, kikkers en grote kevers

Kok begint er niet aan, Tim probeert een meelworm, Rick eet na wat aanmoediging zelfs een kikker!

Zelf wil ik wel een sprinkhaan proberen, maar ze zien er best griezelig uit.... Michiel pelt hem voor me en dan waag ik de sprong.... en het valt best mee. Ook werk ik nog een meelworm weg, een krekeltje en een zijderups. Gelukkig zit er zout op, het lijkt allemaal een beetje op elkaar.

Na dit avontuur lopen we nog een stukje over de avondmarkt en zien weer allerlei vreemde zaken. Het gaat regenen en als we terugkomen bij de fietstaxi staat de kap omhoog zodat we redelijk droog zitten.

We gaan naar een restaurant waar we weer een set-menu krijgen. Het is gezellig en lekker, maar een wat ongezellige locatie. We eindigen met wat karaoke, dat is erg geliefd hier. We krijgen Ford zover om mee te zingen. De taxi's wachten op ons en brengen ons weer terug naar het hotel. We mogen iets langer blijven liggen; om 6.30u gaat de wekker. Morgen weer een lange dag.